Suki vertelt
Ik
ben te dik. Dat vind ik niet, dat vindt de dierenarts.
Een
paar weken geleden moest ik naar de dierenarts, het jaarlijkse gezondheids-onderzoek
was weer nodig. Ik mag die man niet. Hij zit altijd in me te knijpen en trekt
aan mijn oren. Als ik daar vandaan kom moet de baas altijd wat in mijn oren
spuiten, vieze druppels op mijn lekkere hapjes gooien of ik moet ineens in bad.
Maar goed, ik moest dus weer. Vol goede moed stapte ik de praktijk binnen. Het
was niet zo druk, er zat een poes met kittens in een mandje en een hele grote
zwarte hond zat te bibberen in een hoekje. Vrolijk kwispelend liep ik naar de
assistente, ze aaide me en gaf me een snoepje. De baas gaf mijn boekje waar al
mijn gegevens in staan aan haar. “Goh, ze is wel wat flinker dan de vorige keer
hè?”, hoorde ik haar tegen de baas zeggen. “Zet haar maar even op de weegschaal
dan kijken we hoeveel ze weegt.” De baas nam me mee naar een soort plank waar
ik op moest gaan staan. “Ze weegt 21 kilo”, hoorde ik de baas zeggen. “Oké, ik
geef het door. Neem maar even plaats, jullie zijn zo aan de beurt.” De baas
ging op een stoel zitten en ging een boekje lezen. Ik ging naast zijn voeten
liggen. Ik kon nu zo de poezenmand in kijken. De poes blies naar me. Rare poes
ik doe toch niets, ik wil alleen even kijken. Ik draaide me om en keek naar de
bange hond in de hoek. Hij keek me aan met zijn grote, bange ogen. Hij trilde
dat het een lieve lust was. Ik snapte niet zo goed waarom hij zo bang was. Oké,
dat geknijp en getrek is niet leuk maar echt eng is het niet. Het vervelendste
is nog die prik aan het eind. Die voel je de hele dag nog in je nek.